VAROLASTIC® F
VAROLASTIC® F zeer elastische flenskoppelingen met progressieve torsiestijfheid
De VAROLASTIC is een robuuste serie zeer elastische flenskoppelingen, die vanwege de progressieve torsiestijfheid een bijzonder goede keuze is voor hoofdaandrijvingen met variabele snelheid.
0 – 6000 Nm
De VAROLASTIC F is een progressieve flenskoppeling die zich kenmerkt door zijn variabele torsiestijfheid. Bij Type F is de niet-lineaire rolkoppeling standaard verkrijgbaar voor compatibele vliegwielaansluitingen en een reeks naafaansluitingen. Een anti-rotatievoorziening is alleen beschikbaar voor het FD-model. De elastomeren maken een inbouwruimtetemperatuur van 120 °C permanent en kortstondig tot 150 °C mogelijk.
De VAROLASTIC F is een bijzonder goede keuze voor hoofdaandrijvingen met variabele snelheid (bijvoorbeeld in combinatie met versnellingsbakken) of wanneer een robuuste, overbelastende koppeling vereist is. Omdat de torsiestijfheid optimaal is aangepast aan de toepassingsspecifieke taken, beantwoordt de VAROLASTIC ook aan de trend van componentstandaardisatie over de maten en innovatiecycli in het klantenportfolio.
De bijzondere eigenschap van de licht tot matig progressieve torsiestijfheidskarakteristiek wordt bereikt door speciale rollen van synthetisch elastomeer, die bij toenemende belasting specifiek tussen de koppelingsflenzen worden geleid en belast. De rollen worden niet alleen aan druk blootgesteld (zoals bij een klauwkoppeling), maar er is ook een merkbare stuwkrachtcomponent, vooral in het hoofdwerkgebied. Dit wordt bereikt door de innovatieve convex-concave contouren in de zakken van de koppelingsflenzen.
Afhankelijk van de maat wordt deze contourgeleiding optimaal ingesteld op basis van numerieke berekeningen; het nominale koppelbereik van de koppeling kan dan tot 100% benut worden.
Bij lage bedrijfsbelastingen (bijv. stationair draaien) is de torsiestijfheid van de koppeling zeer laag, waardoor de trillingsamplitudes aan de aandrijfzijde en dus bijvoorbeeld sterk worden geïsoleerd. B. Voorkomt geluid van tandwieltanden. Naarmate de belasting toeneemt, bereikt de koppeling een torsiestijfheid die typisch is voor de betreffende bouwgrootte, tot aan het nominale koppel voor volledige krachtoverbrenging.
In de praktijk verandert de torsiestijfheid voortdurend, afhankelijk van de basisbelasting, amplitude en frequentie (evenals de volgorde van de motorbekrachtiging). Deze niet-lineariteit staat niet toe dat er een stationaire, oscillerende toestand ontstaat in het natuurlijke frequentiebereik. De torsiestijfheid en daarmee de eigenfrequentie loopt weg van een potentiële resonantiepositie. Ten slotte neemt de koppelingsstijfheid sterker toe in het overbelastingsbereik, waardoor piek- en bijzondere belastingen effectief worden gedempt.